Handreiking afvalstof of niet-afvalstof

Voor wie is de handreiking ‘afvalstof of niet-afvalstof’?

De Handreiking ‘afvalstof of niet-afvalstof’ is bedoeld voor bedrijven en overheden die willen bepalen of er in een specifiek geval sprake is van een afvalstof, een bijproduct, een einde-afvalstof of voortgezet gebruik.

De handreiking helpt hen de regels en begrippen goed te gebruiken. Zoals:

  • Bijproduct: een residu van een productieproces dat geen afvalstof was en is
  • Voortgezet gebruik: een materiaal dat zonder dat het een afvalstof wordt opnieuw gebruikt wordt
  • Afvalstof: een materiaal dat een afvalstof is en waarvoor moet worden voldaan aan de regels rond afval
  • Einde-afval: een materiaal dat eerst een afvalstof was en weer veilig en verantwoord gebruikt kan worden

De handreiking legt duidelijk uit wat de wetten, uitspraken van rechters en het beleid uit het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) betekenen. Overheden wordt dringend aangeraden om de handreiking te gebruiken.

Dit is een schema om te bepalen welke juridische route van toepassing is. De eerste vraag is of het materiaal vanuit de houder een afvalstof is? Indicatoren hiervoor zijn: 1. Het materiaal zit in een afvalbak of -container, of heeft hierin gezeten; 2. Het materiaal wordt of is opgehaald door een afvalinzamelaar zonder dat er op voorhand een toepassing bekend is; 3. Het materiaal is onbeheerd achtergelaten, gestort of geloosd. Indien nee, is er een wettelijk verbod voor niet-afvalstof voor het materiaal vanwege de aanwezigheid van stoffen? (zie par. 2.2.4). Als dit zo is dan is de vraag afvalstof of niet-afvalstof niet aan de orde. Het materiaal moet vanwege een wettelijk verbod op in de handel brengen, op de markt aanbieden en/of gebruik van een stof als afvalstof worden behandeld. Afhankelijk van de stof en materiaal kan het mogelijk zijn dat het materiaal na een afvalbehandeling mogelijk einde-afval kan worden. Als er geen verbod is, zijn er de vragen of er sprake is van een productieproces (zie par. 3.1.1) en productieresidu (zie par. 3.1.1.). Als dit niet zo is, is de route voortgezet gebruik (zie par. 3.1.2). Als er wel sprake is van productieproces en productieresidu dan is de vraag of criteria gelden, zie par 2.3. Als dat zo is, dan is de handreiking niet van toepassing, de status van het materiaal moet beoordeeld worden op basis van de criteria in de EU-verordening of ministeriële regeling. Deze handreiking is ter ondersteuning van een inhoudelijke beoordeling voor materialen en toepassingen waarvoor geen wettelijke criteria zijn vastgesteld. Zijn er geen criteria dan is de route voor bijproduct van toepassing, zie par 3.1.1. Als de eerste vraag of er sprake is van een afvalstof met ja wordt beantwoord, is de vervolgvraag: Is er een wettelijk verbod voor niet-afvalstof voor het materiaal vanwege de aanwezigheid van stoffen? (zie par. 2.2.4). Als dit zo is dan is de vraag afvalstof of niet-afvalstof is niet aan de orde. Als er geen wettelijk verbod is, is de vraag of criteria gelden, zie par 2.3. Als dat zo is, dan is de handreiking niet van toepassing. Als er geen criteria gelden dan is de route van einde-afval van toepassing, zie par. 3.1.3.