Wanneer is sprake van een afvalstof?

Binnen een circulaire economie worden materialen zo lang en hoogwaardig mogelijk ingezet, op een manier die verantwoord is vanuit het oogpunt van milieu en volksgezondheid. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil er met de verduidelijking van het begrip afvalstof voor zorgen dat materialen beter worden benut. Dit binnen de ruimte die de huidige Europese wetgeving en de rechtspraak biedt om materialen niet onnodig als afvalstof te kwalificeren.

Definitie van afvalstoffen

De definitie van afvalstoffen volgt uit artikel 1.1 van de Wet milieubeheer en is: "alle stoffen, mengsels of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen".

Vaste jurisprudentie

Het is vaste jurisprudentie van de Raad van State dat het begrip afvalstof moet worden uitgelegd zoals het ook in Europese jurisprudentie wordt uitgelegd.

De vraag of een materiaal een afvalstof is, moet men beantwoorden met inachtneming van alle omstandigheden die van belang kunnen zijn. Het gedrag van de houder (een bedrijf of persoon) van het materiaal is belangrijk bij de vraag of het gaat om ‘zich ontdoen van’.  Het gaat dan om materialen die voor de houder geen nut hebben en een last vormen waardoor de houder zich ervan wil of moet ontdoen. Als een materiaal geen nut meer heeft, bestaat het risico dat de houder zich van het materiaal ontdoet op een manier die nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Bijvoorbeeld door het onbeheerd achter te laten of ongecontroleerd te lozen of te verwijderen.

Bij de uitleg van ‘zich ontdoen van’ moet men rekening houden met de doelstellingen van de Kaderrichtlijn afvalstoffen.

Doelstellingen Kaderrichtlijn afvalstoffen

De kaderrichtlijn heeft als doel de negatieve gevolgen voor de productie en het beheer van afstoffen te beperken voor het milieu en de gezondheid van de mens. Het voorzorgsbeginsel en voorkomen van schade voor mens en milieu zijn erg belangrijk. Daarom moet ‘zich ontdoen van’ breed worden uitgelegd. De Kaderrichtlijn afvalstoffen richt zich ook op efficiënt grondstoffengebruik.

Als een materiaal, zonder voorafgaande bewerking, verder kan worden gebruikt en de houder economisch voordeel daarvan heeft, is het aannemelijk dat er geen sprake is van ‘ontdoen’.

Ook materialen die verder gebruikt kunnen worden en die een economische waarde hebben kunnen een afvalstof zijn in het geval een houder ‘zich ontdoet’. Dit is afhankelijk van de feiten en omstandigheden en de intentie van de houder.

Er is geen besluit nodig om te bepalen of een materiaal een afvalstof is. Wel kan deze vraag aan de orde komen bij uitvoering van wet- en regelgeving. Ieder bevoegd gezag beoordeelt zelf op basis van de feiten, omstandigheden en geldende wetgeving of het materiaal al dan geen afvalstof is. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de pagina over rechtsoordelen.

Nuttige achtergrondinformatie