Asfaltgranulaat

De uitspraak in de strafzaak heeft betrekking op zowel kunststofgrasmatten als op asfaltgranulaat. Voor wat betreft asfaltgranulaat wordt de vraag behandeld of dit asfaltgranulaat in deze zaak al dan niet een afvalstof is.

Het hof acht bewezen dat hier sprake is van een afvalstof. Het Hof baseert zich hierbij op een criterium dat is ontleend aan de uitspraak van het Europese Hof inzake Arco chemie. Het Hof van Justitie heeft de “einde-afvalfase” in de zaak ARCO (HvJ EG 15 juni 2000, zaken C-418/97 en C-419/97) omschreven als het moment waarop de nuttige toepassing is voltooid en waardoor de betrokken stof dezelfde eigenschappen en kenmerken als een grondstof heeft verkregen. Volgens de Hoge Raad moet deze maatstaf aangelegd worden bij de beantwoording van de vraag of stoffen niet langer afvalstoffen zijn (zie: arrest van de Hoge Raad van 3 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1571).

In deze zaak was het asfaltgranulaat al wel gereinigd, toen het in het jaar 2005 gedeponeerd is. De verdachte voert aan dat op dat moment het voornemen bestond om het granulaat in te zetten voor een springweide voor paarden. Het Hof gaat hier niet in mee en acht doorslaggevend dat eerst in juli 2007 een brief aan de gemeente is geschreven waarin wordt gesproken over de aanleg van een springweide. Op grond van deze feiten meent het Hof dat het asfaltgranulaat in 2005 gestort is en daarom gekwalificeerd moet worden als een afvalstof.

Meer informatie over deze beslissing

Datum uitspraak:
25 januari 2017
Zaaknummer:
21-005505-15
Instantie:
Gerechtshof
Afvalstof:
asfaltgranulaat (niet teerhoudend)
Vindplaats:
Rechtspraak.nl