Veelgestelde vragen over de ESPR
Veelgestelde vragen over de ESPR
Om de duurzaamheid van producten te verbeteren en de druk op natuurlijke hulpbronnen te verminderen, kan de Europese Commissie informatie-eisen en prestatie-eisen stellen. Deze worden vastgesteld op basis van verschillende ‘parameters’, zoals energieverbruik, herbruikbaarheid, vermindering van emissies en nog veel meer. Wilt u de volledige lijst inzien? Ga dan naar:
De Europese Kaderverordening ecodesign voor Duurzame Producten (ESPR) schetst kaders voor het vastleggen van eisen voor ecologisch ontwerp waar producten op de Europese markt aan moeten voldoen. Deze eisen kunnen gesteld worden aan bijna alle producten die in de EU op de markt komen. Het kader geldt niet voor: levensmiddelen, dierenvoeding, geneesmiddelen en motorvoertuigen.
Deze eisen voor ecologisch ontwerp worden per productgroep uitgewerkt. De Europese Commissie werkt als eerste toe naar ecodesigneisen voor de productgroepen textiel en staal en ijzer.
Deze parameters worden gebruikt om specifieke eisen vast te stellen, denk hierbij aan percentages voor gerecycleerde inhoud voor producten of eisen voor de recyclinggraad. Deze specifieke eisen worden door de Europese Commissie per productgroep vastgelegd en worden opgesteld na uitgebreid overleg met het Ecodesign Forum, waarin belanghebbenden zoals experts uit de lidstaten, de industrie, consumentenorganisaties en Ngo’s aanwezig zijn.
Hergebruikte of tweedehands producten vallen niet onder de ESPR-regels, het gaat specifiek over nieuwe producten. Brengt u een gereviseerd product op de markt, dan moet u wel aan deze regels voldoen. Dat komt doordat de ESPR gereviseerde producten (remanufacturing) ziet als nieuwe producten. Dat zit zo: bij revisie halen producenten producten volledig uit elkaar, maken ze schoon en repareren of vervangen onderdelen waar nodig is.
Voor de productgroep verpakkingen worden geen Ecodesign eisen gesteld. Hiervoor is al een aparte verordening (PPWR). Wilt u hier meer over weten? Kijk op de website van de Europese Commissie.
De ESPR moet het voor consumenten makkelijker maken om producten te (laten) repareren. Zo kunnen onder de verordening onder andere repareerbaarheids-eisen worden gesteld aan producten. Zo moeten fabrikanten reserveonderdelen beschikbaar hebben voor een bepaalde tijd. Ook moeten ze informatie aan consumenten leveren hoe ze producten kunnen repareren, welke onderdelen beschikbaar zijn en waar deze te krijgen zijn.
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) legt verplichtingen op aan grote bedrijven en beursgenoteerde MKB-bedrijven om te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties.
Hoewel ESPR en CSRD aparte doelstellingen hebben zijn er verschillende overeenkomsten te noemen:
- Openbaarmaking van informatie over onverkochte vernietigde producten: in de ESPR moeten producenten ieder jaar, vanaf 19 juli 2025, openbaar maken hoeveel onverkochte consumentenproducten zijn vernietigd. Producenten mogen ervoor kiezen deze informatie ook op de nemen in hun CSRD-rapportage.
- Verbeterde milieuprestatie: Door eisen te stellen aan onder andere duurzaamheid, repareerbaarheid en recycleerbaarheid wil de ESPR milieuprestaties verbeteren. Deze verbeteringen van producten komen ook weer terug in de milieuprestatie van bedrijven die onder de CSRD vallen. Door de invoering van de ESPR, worden de milieuprestaties van bedrijven mogelijk beter. Deze mogelijke verbeteringen kunnen bedrijven ook benadrukken in hun CSRD-rapportage.
Het is de bedoeling dat de EU voor productgroepen die onder allebei de wetgevingen valt, eisen en criteria parallel aan elkaar ontwikkeld worden.
Ecodesign Forum
Een belangrijk platform waar stakeholders input kunnen geven is via het Ecodesign Forum, dit is een expertgroep met experts uit verschillende industrieën en andere belanghebbende partijen. De Europese Commissie raadpleegt het Ecodesign Forum over ecodesigneisen en werkplannen.
Wil je lid worden van dit forum? Via een openbare oproep kunt u zich aanmelden. Houd er rekening mee dat u aan bepaalde voorwaarden moet voldoen.
Vanaf 19 juli 2025 geldt de transparantieverplichting van artikel 24 van de ESPR voor grote ondernemingen en zes jaar vanaf de inwerkingtreding (19 juli 2030) voor middelgrote ondernemingen.
Verbod op vernietigen kleding en schoenen
Het verbod op de vernietiging van onverkochte kleding, kledingaccessoires en schoenen wordt op 19 juli 2026 na de inwerkingtreding van kracht voor grote ondernemingen en vanaf 19 juli 2030 voor middelgrote ondernemingen.
- Een grote onderneming heeft meer dan 250 werknemers en een omzet van meer dan 50 miljoen EUR
- Een middelgrote onderneming heeft tot 250 werknemers, een omzet van maximaal 50 miljoen EUR en een balanstotaal van ten hoogste 43 miljoen EUR;
- Een kleine onderneming heeft tot 50 werknemers en een omzet of een balanstotaal van ten hoogste 10 miljoen EUR;
- Een micro-onderneming heeft tot 10 werknemers en een omzet of een balanstotaal van ten hoogste 2 miljoen EUR.
De Commissie onderzoekt verschillende mogelijkheden om de uitvoering van ESPR voor verschillende stakeholders te ondersteunen - waaronder al bestaande financieringsprogramma's die op ESPR-doelen zijn afgestemd. Daarnaast kunnen programma's zoals Interreg, HorizonEurope en LIFE mogelijkheden en trajecten bieden voor EU-bedrijven die investeren in innovatieve circulaire en duurzame oplossingen voor hun bedrijven.
De ESPR bepaalt dat aanbieders van online marktplaatsen verantwoordelijkheden hebben in het waarborgen van de naleving van de ESPR.
Verantwoordelijkheden van online marktplaatsen
Webshophouders moeten hun online winkel zo ontwerpen dat aanbieders kunnen voldoen aan hun ESPR-verplichtingen.
Webshophouders moeten samenwerken met markttoezichtautoriteiten om illegale inhoud (die niet voldoet aan de ESPR-regels) aan te pakken en te verwijderen.