ESPR
Duurzame producten de norm met de ESPR
Op 18 juli 2024 is de Verordening ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR) in werking getreden. De Verordening schetst de kaders waarbinnen eisen voor het ecologisch ontwerp van bepaalde productgroepen kunnen worden gesteld.
In het Ecodesign werkplan, dat op 19 april 2025 wordt gepresenteerd door de Europese Commissie, komt te staan voor welke productgroepen de komende jaren Ecodesign eisen worden opgesteld. Het is al bekend dat de Europese Commissie toewerkt naar Ecodesign eisen voor textiel, staal en ijzer.
Het verschilt per productgroep wanneer de eisen van kracht worden. De Verordening vervangt de Ecodesign richtlijn2009/125/EG, waaronder eisen zijn gesteld aan het ecologisch ontwerp van energie-gerelateerde producten zoals wasmachines en stofzuigers.
Doel van de ESPR
Het doel van de ESPR is dat producten die op de markt komen geschikt zijn voor circulair gebruik. Dit betekent dat producten duurzamer worden en reparatie en recycling makkelijker wordt.
Het wordt verplicht om een digitaal product paspoort beschikbaar te stellen voor productgroepen waarvoor Ecodesign eisen gelden. In dat paspoort moet belangrijke informatie over de milieu-gerelateerde eigenschappen van het product komen te staan. Voor de consument wordt het zo makkelijker om duurzamere keuzes te maken.
Eisen voor ecologisch ontwerp
De Verordening geeft een kader voor het vastleggen van eisen voor ecologisch ontwerp waar producten op de Europese markt aan moeten voldoen. Er kunnen eisen worden opgesteld voor bijna alle soorten producten die in de EU in de handel worden gebracht. Dit op enkele uitzonderingen na zoals: levensmiddelen, diervoeders, geneesmiddelen en motorvoertuigen.
De nieuwe, verschillende soorten eisen worden per productgroep vastgesteld. Er zijn twee typen eisen:
Prestatie eisen, zoals:
- herbruikbaarheid
- repareerbaarheid
- de aanwezigheid van zorgwekkende stoffen die recycling verhinderen
- het gehalte recyclaat
- de milieu-impact (bijvoorbeeld koolstof- en milieuvoetprint)
Informatie eisen (in het Digitaal Product Paspoort) zoals:
- informatie over prestatie-eisen product (bijv. repareerbaarheidsindex)
- informatie over de milieuvoetprint of koolstofvoetprint
- een handleiding voor reparatie
- informatie over verwerking aan einde levensduur
- informatie over het aandeel recyclaat
Daarnaast gelden er horizontale eisen
Dit zijn (informatie- of prestatie)vereisten die voor meerdere productgroepen binnen eenzelfde categorie gelden. Bijvoorbeeld de stand-by stand voor energie-gerelateerde producten.
Ook verplicht de ESPR:
- een digitaal productpaspoort (= gegevensdrager) met informatie over de duurzaamheid en circulariteit van een product.
- een openbaar toegankelijk webportaal dat consumenten in staat stelt gegevens in digitale productpaspoorten op te zoeken en te vergelijken.
- criteria wat betreft ecologisch ontwerp bij inkoopopdrachten door de overheid.
- een verbod op de vernietiging van onverkocht textiel en onverkochte schoenen, dat vanaf 19 juli 2026 geldt voor grote bedrijven.
Wat zijn de stappen voordat de eisen worden vastgesteld?
Een eerste stap is, in opdracht van de Europese Commissie, gezet door het JRC (Joint Research Centre) onderzoeksteam. Er is een voorbereidende studie gedaan om inzicht te krijgen welke producten prioriteit krijgen.
Op 19 april 2025 presenteert de Europese Commissie, voortbouwend op de inzichten op de JRC studie, het Ecodesign werkplan waarin opgenomen wordt voor welke productgroepen de komende jaren Ecodesign eisen worden gesteld. De product prioritering is afhankelijk van bestaan wettelijke EU kaders en verbeterpotentieel milieu-impact door beter design.
In het besluit (5 dec 2023) zijn een aantal productgroepen genoemd voor het werkplan. De Europese Commissie kan hier alleen met een goede onderbouwing van afwijken. De volgende eindproducten worden genoemd:
- textiel
- meubels inclusief matrassen
- banden
- schoonmaakmiddelen
- verf
- smeermiddelen
- chemische stoffen en
- energie-gerelateerde producten.
Ook worden er twee tussenproducten (halffabricaten) genoemd: ijzer en staal, aluminium.