Je duurzaam kleden doe je zo

Interview met Lara Peters van Milieu Centraal

Als voorlichtingsorganisatie haalt Milieu Centraal al sinds 1998 de ruis uit discussies over duurzame keuzes. Door feiten te scheiden van fabels en door een sterk onafhankelijke positie, onderscheidt Milieu Centraal zich met betrouwbare en praktische tips en adviezen voor een duurzaam leven.

Naam: Lara Peters
Van: voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal
Doet: Strategisch Communicatieadviseur kleding
https://www.milieucentraal.nl/kleding

Wat doet Milieu Centraal?

Milieu Centraal is hét kenniscentrum voor duurzaam leven. Wij geven onafhankelijke, praktische en betrouwbare informatie aan consumenten. Over isoleren en afval scheiden, en over minder vliegen tot ontspullen. Je vindt bij ons duurzame tips en adviezen gebaseerd op onderzoek. Zo ook op het gebied van textiel.

Werken jullie uitsluitend voor consumenten?

Onze eigen communicatie richt zich op consumenten, maar we worden ook als kenniscentrum ingeschakeld door organisaties die aan de slag willen met gedragsverandering bij consumenten. Denk aan retailers, brancheorganisaties, netwerkbijeenkomst, maar ook journalisten.

Hoe komen jullie aan jullie kennis?

Bij al onze werkzaamheden gaan we uit van de vraag: hoe zorgen we ervoor dat huishoudens goede informatie krijgen die hen helpt met duurzame keuzes? Afhankelijk van het onderwerp vergaren wij kennis door bestaande en goed onderbouwde onderzoeken met elkaar te vergelijken en daar consensus en verschillen van inzichten in te vinden. Daarvan maken onze onderzoekers vervolgens nieuwe brondocumenten waarop we onze adviezen baseren.

Waarom doet Milieu Centraal dit?

Omdat er op het gebied van duurzame keuzes veel tegenstrijdige boodschappen in omloop zijn. Diverse organisaties en marktpartijen claimen ‘de waarheid’, waardoor consumenten die iets voor het milieu willen doen of energie willen besparen, niet meer weten wat waar is. Onze adviezen zijn onafhankelijk en altijd gevalideerd.

Hoe zorg je ervoor dat jullie boodschap op de juiste plek terechtkomt?

Door contact te leggen met zoveel mogelijk partijen in de samenleving, proberen we een zo eenduidig mogelijke boodschap te verspreiden. We doen dat via allerlei media en we richten campagnes in. Ook het contact met retailers en brancheorganisaties draagt bij aan die verspreiding.

Hoe groot is het aandeel textiel binnen jullie werkveld?

Groot. Samen met de energietransitie en de eiwittransitie (meer plantaardig eten, red.) is textiel een echte klimaatklapper. Dat betekent dat er nog veel te winnen valt binnen deze sector op het gebied van het milieu. Denk aan minder land- en watergebruik, minder chemische stoffen én minder CO2-uitstoot.

‘Samen met de energietransitie en de eiwittransitie is textiel een echte klimaatklapper’

Hoe onderzoeken jullie de impact van textiel op het milieu?

We doen onderzoek naar impact en gedragsinzichten. Hoe gaan mensen om met hun kledingkast? Wie koopt waar, wanneer en hoe vaak? Waarom koop je als consument een bepaald kledingstuk? Maar ook: Hoe kunnen we consumenten tot een andere, meer duurzame keuze motiveren? En: Waar liggen de drempels die een bepaalde duurzame keuze verhinderen? Als we inzicht hebben in gedrag, kunnen wij gericht (samen)werken aan doelen die uiteindelijk milieuschade beperken.

Waar zit de meeste winst wat betreft het terugdringen van milieuschade?

In minder nieuwe kleding kopen. Wat niet gemaakt hoeft te worden, kost geen energie, we vervuilen het milieu er niet mee en het levert geen berg afval op. Dus koop alleen wat je nodig hebt. En als je iets nodig hebt, koop dan tweedehands of leen en huur kleding. Of koop gerecyclede spullen.

En wat doen we met de kleding die we al hebben?

Die gaan we langer gebruiken. Als we allemaal materialen van goede kwaliteit kopen, dan gaat kleding langer mee. Minder wassen scheelt ook. Een vlek kun je ook plaatselijk verwijderen, daarvoor hoef je niet het hele kledingstuk te wassen. Daarnaast zorgt kleding ruilen en verkopen voor een langere levensduur. En als iets stuk is, laat het repareren of maak er iets anders van. Schakel zo nodig een professionele kledingmaker in. Zolang het materiaal maar in circulatie blijft.

En als een kledingstuk echt helemaal afgeschreven is?

Dan lever je het in bij een textielbak op straat of bij een kringloopwinkel voor hergebruik of recycling. Ook als je kleding kapot is, kun je het hier inleveren. Op die manier kunnen we samen voorkomen dat textiel in de verbrandingsoven verdwijnt.

Hoe doet de Nederlandse consument het op dit gebied?

Dat is moeilijk te zeggen. Uit onderzoek blijkt dat de openheid (de mate waarin mensen zeggen open te staan om een milieubesparende gedraging uit te voeren, red) en het gevoel van noodzaak om iets aan klimaatverandering te doen, bij een groot deel van de Nederlanders aanwezig is. Desondanks vertonen veel mensen nog onvoldoende circulaire gedragingen. Dus ook al is er een positieve intentie om te veranderen, het daadwerkelijke gedrag blijft uit. Dit noemen we de intentie-gedrag-kloof.

Hoe kan dat?

Er zijn talloze verklaringen voor. Consumenten moeten bijvoorbeeld wel weten wat ze anders kunnen doen. En in staat worden gesteld om die duurzame keuze te maken. Die keuze moet als het ware de meest logische zijn, de meest makkelijke én best beschikbare.

De meeste winst wat betreft het terugdringen van milieuschade zit hem in minder nieuwe kleding kopen

Hoe groot is het verschil tussen intentie en daadwerkelijk gedrag?

In cijfers valt dat mee: slechts 6 procent. Een onderzoek van Motivaction in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in 2023 meldt dat 46 procent van de Nederlanders beweert niet meer dan 9 kledingstukken per jaar te kopen, inclusief schoenen. Maar wij gaan ervan uit dat het voor een respondent lastig is om het eigen gedrag in te schatten. En dat als je op een bepaald moment moet aangeven wat je kledingconsumptie van het afgelopen jaar was, de kans bestaat dat je een aantal kledingstukken vergeet. We gaan er daarom vanuit dat het werkelijke percentage consumenten dat minder dan 9 kledingstukken koopt, lager ligt dan de gerapporteerde 46 procent. En dat daarmee de kloof intentie-gedrag groter is dan 6 procent.

Wat zegt het jullie dat zoveel consumenten dénken dat ze al goed bezig zijn?

Wij concluderen daaruit dat 46 procent van de Nederlanders in principe open staat om weinig kleding te kopen. En dat is goed nieuws. Maar ondertussen wordt er meer verkocht. Daarin schuilt een hoge reductiepotentie. Dat noemen we een sweet spot: een gedragsverandering die veel klimaat- en milieuwinst heeft en waar mensen voor open staan.
Wil jij als consument weten of je al goed bezig bent? Doe dan de check op www.mijnstijlid.nl.

Waar ligt de grootste uitdaging als het gaat om de transitie naar circulair textielgebruik?

Daarvoor moeten we op alle stappen in het koopproces adviezen formuleren en eenduidige boodschappen communiceren. We moeten verschillende doelgroepen stimuleren en veel verschillende partijen laten samenwerken, van kledingproducent tot textielverwerker. Dat vraagt om maatwerk en een lange adem. Financieel en praktisch gezien is het, zeker op de korte termijn, ook niet altijd een logische keuze. Want ook voor retailers die hun impact op het milieu willen beperken, is het lastig dat de grootste winst wordt behaald door minder kleding te verkopen. Zij zitten echt in een spagaat. Toch is juist die retailer cruciaal voor de nodige ontwikkeling bij consumenten. Want daar valt immers vaak het beslissingsmoment.

Hoe ga je daar het consumentengedrag dan toch veranderen?

We krijgen van retailers de vraag of we willen meedenken over hoe zij en hun klanten duurzamere keuzes kunnen maken. Want die retailer weet inmiddels dat ze iets moeten doen tegen milieuschade door textiel. Wij geven advies hoe zij hun klanten kunnen ondersteunen bij het maken van duurzame keuzes. En consumenten kun je zeker bewegen tot minder wassen. Ook kijken we samen met retailers of zij zelf slimme keuzes kunnen maken bij de inkoop. En die ook communiceren bij hun klanten door gebruik van de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal. Zodat de consument inderdaad die duurzame keuze ook kán maken.

Zie je het zitten?

Zeker. Consumenten gedragen zich steeds duurzamer. En geven ook steeds meer aan die duurzame keuze te zoeken. Daar zal de markt op inspringen. Als die trend zich doorzet, komt het met goede samenwerking in de sector vast goed.