Circulair bouwen stap dichterbij met financiële restwaarde
Hoe kun je vastgoed circulair maken? Met financiële restwaarde. In de gemeente Leeuwarden passen ze dit toe. Fokko de Vegt, werkt al 20 jaar bij de gemeente en legt uit hoe het werkt. "Als iets circulair is, behandel het dan ook zo!"
In een normale situatie schrijven gemeentes een openbaar gebouw, zoals een school, af in 40 jaar. "Dat betekent dat de investering dan weer op 0 staat. Maar als je gaat werken met restwaarde, heb je vandaag de dag een lagere investeringssom en houd je dus geld over. Dit zijn we vier jaar geleden uit gaan zoeken", legt De Vegt uit.
Dat bleek niet eenvoudig, want circulaire restwaarde is lastig te meten of is nog niet vastgesteld in duidelijke normen. "Hiervoor hebben we samengewerkt met een onderzoeksbureau in Den Bosch, Alba Concepts. Zij hebben veel expertise op het gebied van circulariteit. Per productcategorie is met theoretische modellen bepaald hoeveel procent restwaarde we op een investering kunnen rekenen. Als gemeente trokken we de stoute schoenen aan. We hebben deze aanpak getoetst bij de accountant en de gemeenteraad heeft het advies overgenomen in de verordening."
Restwaarde tussen 5 en 10 procent
Inmiddels ligt de restwaarde die de gemeente Leeuwarden hanteert tussen de 5 en 10 procent, afhankelijk van het soort project. Als voorbeeld geldt dat op gebouwen 5 procent restwaarde wordt gerekend en op sportvoorzieningen 10 procent. "Maar omdat we steeds meer kennis krijgen over circulariteit en het steeds normaler wordt, kan dit snel oplopen. Daarom kijken we ieder jaar of deze percentages nog kloppen. De praktijk gaat op een gegeven moment de theorie vervangen."
Volgens De Vegt is het veel meer dan een financieel trucje om investeringskosten laag te houden. "Van heel veel materialen weten we dat ze na de afschrijvingstermijn ook nog waarde hebben. Bakstenen bijvoorbeeld, die hebben na 40 jaar nog steeds waarde. Die waarde willen we hiermee verzilveren. Daarom koppelen we de restwaarde ook aan de losmaakbaarheidsindex. Dit betekent dat we al in de aanvraag sturen op circulariteit en een losmaakbaarheid van minimaal 55 procent vragen."
Circulair bouwen verder brengen
Hoe dit volgens de Vegt werkt: "De losmaakbaarheidsindex beschrijft hoe je onderdelen van een gebouw zo los kunt maken dat ze niet beschadigen en je ze kunt hergebruiken. Neem bijvoorbeeld gipsen wanden, als je dat behangt, is het niet losmaakbaar."
Om te zorgen dat het gips wel weer te gebruiken is, ontwikkelen aannemers een aanpak zodat het gips wel weer te gebruiken is. De Vegt: "De kennis die we uit dit soort projecten opdoen bundelen we en delen we via Vereniging Circulair Friesland, zodat anderen hier ook van kunnen profiteren. Zo hopen we circulariteit verder te brengen. Niet alleen in de regio, maar ook daarbuiten."
Maar hoe weet je of de circulaire materialen over bijvoorbeeld 40 jaar de waarde hebben die je verwacht? De Vegt: "Hier komt de kennis van het adviesbureau uit Den Bosch van pas. Zij hebben gekeken naar wat realistische getallen zijn per materiaalsoort. Dit moet evidence based zijn, maar praktijkvoorbeelden helpen ook. Als andere gemeenten zien dat het kan, wordt het makkelijker om hiermee aan de slag te gaan."
Weten waar waarde zit
Om de restwaarde en losmaakbaarheid succesvol toe te passen is het volgens De Vegt cruciaal dat gemeentes die hiermee aan de slag willen, goed vastleggen wat er is geïnvesteerd. "Beschrijf goed waar welke waarde zit. Zo weet je als iets ontmanteld wordt, precies waar nog waardevolle grondstoffen te halen zijn. Zo kun je deze opnieuw inzetten. Assetmanagement wordt hierin nog belangrijker."
Goede voorbeeld geven
Om in 2050 volledig circulair te zijn, is nog veel werk te doen. Daarom vindt De Vegt het belangrijk om als overheid het goede voorbeeld te geven. "Als wij opdrachten circulair uitvragen, is dat een signaal naar de markt. Wij zijn een aanjager en kunnen circulariteit verder stimuleren. Ik zie het nu al gebeuren met bouwbedrijven in het MKB, zij zijn al ver in het meebewegen richting circulariteit."
Bewustwording onder ambtenaren
Om dat goede voorbeeld te geven, moeten ambtenaren ook bewust zijn van de circulaire mogelijkheden. De Vegt: "Zie het als een interne scholing. Wij hebben bij de verbouwing van ons nieuwe kantoor niet gekozen voor nieuwe panelen voor geluidsisolatie. Maar hebben panelen gemaakt van 350 oude spijkerbroeken van medewerkers. Hiermee willen we aanwakkeren dat reststoffenstromen worden gebruikt. Zo moet je steeds met voorbeelden laten zien dat materialen die al zijn gemaakt, nog steeds waarde hebben. Het is eeuwig zonde om dit bij het restafval te gooien."
Tour door Nederland
Zo tourde De Vegt door heel Nederland langs verschillende gemeentes om financiering met restwaarde uit te leggen. Inmiddels heeft hij er al zo’n 20 bijeenkomsten opzitten. "Oorspronkelijk was dit alleen voor Leeuwarden bedoeld, maar diverse partijen pikten het op. Toen kreeg ik steeds vaker de vraag of ik het wilde komen uitleggen. Nu wordt alles omgezet in een handreiking zodat anderen het kunnen kopiëren."