Dutch Circular Textile Valley voor een circulaire economie

Om draagvlak te creëren voor een circulaire transitie binnen de kleding- en textielbranche, is de Dutch Circular Textile Valley (DCTV) in het leven geroepen. Deze organisatie moet kleinschalige initiatieven voor circulair textiel bundelen met als uiteindelijk doel: het sluiten van de vezelkringloop. Op regionaal niveau werken bedrijven en organisaties al samen binnen vier zogeheten DCTV-hubs. Een volgende stap is hun activiteiten bundelen en opschalen naar landelijk niveau.

Met de introductie van het Grondstoffenakkoord in 2018 gaf het ministerie van IenW het startsein voor de ontwikkeling van een circulaire economie. In verschillende transitieagenda’s is dit beleid sindsdien concreet gemaakt. Binnen de Transitieagenda consumptiegoederen zijn kleding en textiel aangewezen als productgroepen die met hun circulaire aanpak de milieu-impact flink kunnen verminderen.

Om draagvlak te creëren voor deze aanpak is de Dutch Circular Textile Valley (DCTV) in het leven geroepen. Een initiatief dat met behulp van financiële steun van het ministerie van IenW een aanjagende rol speelt bij het bundelen van veelal nog kleinschalige initiatieven voor circulair textiel. Dit icoonproject moet uiteindelijk resulteren in een breed gedragen, op te schalen beweging waarbij de circulaire initiatieven rendement boeken en de grotere fashion brands en retailers meeliften.

Doel en resultaten Dutch Circular Textile Valley (DCTV)

De focus van de DCTV ligt op het sluiten van de vezelkringloop, waarbij de grondstofketens voor textielvezels circulair zijn. De DCTV wil Nederland daarbij positioneren als een belangrijke speler. Om dat doel te bereiken, richt de DCTV zich op:

  • innovaties door kansrijke initiatieven te helpen met investeringen en opschaling;
  • een sterk netwerk van regionale hubs door kennisuitwisseling en samenwerking te stimuleren;
  • het scheppen van randvoorwaarden die versnippering voorkomen en ontwikkelingen versnellen.

De eerste concrete resultaten als gevolg van deze aanpak zijn al geboekt. Zo zijn er cascaderingsschema’s opgesteld voor katoen en polyester die inzichtelijk maken hoe de textielvezelstromen van deze materialen verlopen. Ook is er een roadmap chemische recycling van textielmaterialen gemaakt en is er voor circulair hotellinnen een inkoophandleiding opgesteld.

Regionale activiteiten

Op regionaal niveau bestaan er in Nederland al meerdere netwerken van bedrijven die handelen in textiel, mode en kleding. En binnen die netwerken zijn duurzaamheid en circulariteit actuele thema’s. Hiermee fungeren ze als ‘broedplaatsen’ voor projecten die kunnen uitgroeien tot volwaardige bedrijven. De regio’s creëren hiermee de randvoorwaarden voor het bundelen van ambities en capaciteit die nodig zijn om via inzameling, recycling en afzet de grondstofketen te sluiten. Deze netwerken, de zogenaamde ‘hubs’, zijn de natuurlijke partners van de DCTV. Samen vormen zij de circulaire textiel ‘valley’ waar de naam aan refereert. Er bestaan op dit moment vier regionale DCTV-hubs.

De DCTV-hubs

Bij alle DCTV-hubs staat dienstverlening centraal. Zij moeten bedrijven helpen bij een circulaire transitie en bij het ontwikkelen van regionale netwerken tussen bedrijven, maar ook met onderwijs en onderzoekinstellingen. Financiering en aansluiting bij regionale activiteiten kwamen onder meer tot stand via Regio Deals (ministerie van LNV), gemeenten, provincies en projectsubsidies. Elke hub heeft daarnaast zijn eigen expertise en kenmerken.

Twente (Texplus)

Expertise: Circulair textiel ecosysteem versterken en door ontwikkelen

Bij Texplus staan innovatie, opschaling van de circulaire textielketen en een hoogwaardige closed-loop recycling centraal. Ook boort deze hub nieuwe markten aan en probeert het nieuwe grondstofstromen te identificeren. Hun speerpunten zijn:

  • Textielafval zoveel mogelijk gescheiden inzamelen voor hergebruik en recycling en daarmee zo weinig mogelijk afval creëren.
  • Gerecyclede deelstromen van textielafval laten groeien voor circulaire toepassing of andere hoogwaardige en nuttige toepassing.
  • Een fysiek kennis- en innovatiecentrum inrichten voor circulair textiel en recycling.

Texplus is een samenwerkingsverband tussen Saxion Hogeschool, Twente Milieu, Kringloopbedrijven Het Goed en De Beurs, Saxcell, Frankenhuis en Enschede Textielstad Innovatie.

Gelderland (Gist)

Expertise: Design als vliegwiel inzetten voor de transitie van lineair naar circulair.

Gist spoort bestaande ketens aan om zich door middel van een speculatieve ontwerphouding te vernieuwen en zodoende nieuwe ketens te ontwikkelen. Hun speerpunten zijn:

  • Kennis ontwikkelen voor alle partners (onderzoek vanuit designperspectief).
  • Deze kennis, maar ook test- en labfaciliteiten delen en toegankelijk en toepasbaar maken voor alle partners.
  • Het op grote schaal verspreiden van kennis en van concrete resultaten onder een breed publiek.

De Gelderse Innovators for Sustainable Textiles (GIST) is een samenwerkingsverband van ArtEZ, Kiemt en WUR. Een van de speerpunten in het Actieprogramma CircE van de provincie Gelderland.

Amsterdam (MRA)

Expertise: Garen spinnen uit oude kleding, regionale uitwerking van landelijke ambitie.

In het vervolg op de MRA Green Deal Textiel ontwikkelde deze hub een Roadmap Circular Textiles 2030 met daarin de volgende speerpunten:

  • Onder de noemers ‘circulaire esthetiek’ en ‘de kracht van inspiratie’ nieuwe vormgeving en nieuwe businessmodellen ontwikkelen die de koplopers onder consumenten, ontwerpers en onder textielprofessionals inspireren. Hiervoor richt deze hub een platform op.
  • Recycling fors opschalen waarbij hoogwaardige recycling gestimuleerd wordt. Ook wordt toepassing van PCR door grote afnemers gestimuleerd.
  • Randvoorwaarden zoals onderwijs en digitalisering ontwikkelen.

De Roadmap Circular Textiles 2030 is een gezamenlijk initiatief van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), Amsterdam Economic Board, PwC, Reflow-project van Gemeente Amsterdam, BMA Techne en veel ondernemers en kennisinstellingen. Hierin kijken al die partijen hoe ze samen een circulaire textielsector in de MRA kunnen realiseren.

Tilburg (Midpoint Brabant)

Expertise: met textiel als een van de twee sectoren die in Midden-Brabant traditioneel groot waren (de andere is leer) werkt Midpoint als regionale motor om bedrijven aan elkaar te koppelen. Hun speerpunten zijn:

  • Door programmatisch werken in de regio een systeemtransitie bereiken.
  • Introductie van UpNew: centra waar je kunt ervaren hoe circulaire economie in de praktijk werkt en hoe je hier zelf mee aan de slag kunt gaan. Bij het Heuvelpark in Waalwijk krijgen leer en schoenen aandacht. Bij het Drögegebouw in Tilburg ligt de nadruk op textiel en bedrijfskleding.
  • Introductie digitaal UpNew-portaal waar je toegang krijgt tot diensten en tools van Midpoint Brabant en anderen om zelf circulaire initiatieven op te starten.

Het portaal is er ook voor het ophalen van ‘ingrediënten’ waarmee de UpNew-centra ‘bouwstenen’ kunnen maken voor de programmering van inhoudelijke projecten. Het gaat hierbij om complexe keten- of systeemprojecten, zoals biobased, retour/hergebruik, mining/terugwinnen, R-strategie (waardebehoud), toepassingen/cross-overs, circulair ontwerpen, inkoop/(afzet)markten.